Wie Heldring zegt neemt de maat aan het collectieve geheugen. De NRC-Handelsblad columnist van over de 90 jaar neemt vanwege zijn hoge leeftijd afscheid (ook iconen vraagt men niet naar hun ouderdom, maar dient men zich nederig aan te sluiten om een voorzienend woord te mogen vernemen). Helaas, J.L.Heldring moet in overgave voor de ouderdom het olympisch podium van columnisten achterwaarts verlaten. De man liet zich iedere dag als oud-hoofdredacteur informeren, liet zich ’s morgens vroeg met alle buitenlandse kranten omringen en schreef dan steevast zijn column. Analyses met een scherpe pen over het Wilderisme en de verruwing van de taal. De kwinkslagen naar wijdbeense schaarbewegingen, waar eertijds kaarsrechte ruggen de banken vulden. De slinkse krabbendans der politiek, doorzien in kennersogen. Kortom, de columns van Heldring waren voor vriend en vijand de verfijnde kost en decennia lang voor menig gymnasiast een test het eindexamen Nederlands binnen te halen. De zesjescultuur heeft nooit bestaan in de columns van Heldring. Tot verdriet van labbekakken en tot vreugde van breinbrekers.
Maar nu de realiteit. Nederland is gegijzeld in een tint van bruin voor kleurenblinden en ziet zich omringd door onbegrip uit Europees partnerschap, opgestuwd en stuurloos. Daarop komt de ingevlogen remedie van het kleine, geknutselde eigen gelijk. De vraag is niet hoe láng dit huidige mechanisme vol hautain gedrag kan beklijven, neen, de vraag is waardoor het zover gekomen is. Wat zal dit met u als sporter en uw Solo te maken hebben? Verdraagzaamheid, verbeelding, je komt het nog tegen en daarnaast de uitsluiting, de verbuiging tot haat en voor het eigen belang. De rest is ontkenning en het hoongeroep tegen de rede, vol grimmigheid.
Intussen is J.L. Heldring een genetische voorvader van de ruime gedachte, de anarchie van mijn part voor de werkelijke ambitie. Om vooral de emotie van de rede te scheiden en met de erfenis van de Verlichting, ons te hoeden voor geestelijke luiheid en gemakzucht. Ja, dat laatste, gemakzucht, is bij hem tot achter iedere Heldringkomma, nooit aan de orde. Gemakzucht en lichtzinnigheid worden bij hem fijntjes toegewezen aan wereldverbeteraars met het schuim op de lippen.
De eindredactie van de Soloklasse is geneigd bij voorbaat met deze laatste column van Wilson, niet te veel gevoelige ‘Ins and Outs’, op de website te plaatsen. De sportwereld heeft op het eerste gezicht geen boodschap aan een commentaar immers. Want voor dat je het weet gaat het gesprek niet meer over het type vaantje, maar over een politieke kleur van het vaantje! En de mores is toch in het olympisch jaar 2012. Om de geliefkoosde pareltjes van het zeilen in het zonnetje te zetten! Voor de camera gezien is het breed lachen dus. Een grote zeilverzekeraar zet graag het voorbeeld van het vierkante Willen-Is-Kunnen, pagina groot in beeld. Vraag: hoe omzichtig of door een WC-rol kijken we hier naar wat er te zien is? Met welk gebod of verbod is de sport uitgesloten van de werkelijkheid? Ik geloof niet in de veronderstelling dat de Hamlet-lezende zeiler, vandaag gesitueerd in het olympisch jaar aan de kust van Wymouth, een betere sporter zal maken. (Maar toch, de Hamlet van Shakespeare begrijpen, maakt je tot een beter mens in iedere situatie).
Heldring en sport. Met name uw Solozeilsport. Met het vertrek van J.L. Heldring neemt hierbij John Wilson definitief afscheid van de Soloklasse. Wie thuis is geraakt na de finish, de boot geparkeerd en de roes uitgezweet, die kome aan de columns van deze oud-hoofredacteur van de NRC. Het is als de schildpad en de haas. Heldring veroverde als schildpad altijd de eerste plaats. Wilson was niet meer dan een laagje vernis op de luchtkast van de Solo. Een beter moment van afscheid is er niet. Met het wegvallen van Wilsons alter-ego is het meer dan ooit de hoogste tijd dit vertrek van Wilson te bevestigen. Ik dank u voor de aandacht en lezersliefde. Mijn dank gaat eveneens uit naar de Soloklasse die menige Wilsoncolumn een plaats gaf op haar site. Dank u wel lezers. Met deze aanhef eindig ik: lezers gegroet. Punt.
John Wilson, april 2012