Op een terras na een zeilwedstrijdje hoor je weleens wat. De klaagbank over de niet behaalde overwinning gaat er eens voor zitten. Wat is het geval: waterplanten of een plastic zak kleefde aan het zwaard en dat maakte de laatste meters tot de finish een hel.
Je wenkt wat naar een biertje; dat zelfbeklag hangt de keel uit. Maar diep binnenin komt de wrevel op: ja, in het water schuilen de grootste monsters genaamd plastic. Die vuilniszakken, drinkflesjes en andersoortig zwevend gedoe, blijft voor de boeg een vuilnisbelt waar je maar niet van af komt. Op de Westeinder zou Arends twee jaar geleden de bovenboei met winst ronden en ineens was het alsof de boot de ankers uitgooide en niet meer vooruitkwam. Ja, plastic, je kunt er niet omheen.
Nu is er deze weken een onderzoek naar buiten gerold en staat in alle kranten. De plasticsoep die ongeveer op de hoogte van Florida midden in de Oceanen drijft, schijnt niet toegenomen. Let wel, men meette op een gebied zo groot als Texas of ongeveer zo groot als half Europa. Twintig jaar onderzoek van de microdeeltjes tot uw plastic bidon, wordt er per vierkante meter opgetekend. Twintig jaar onderzoek naar de kleinste en grote delen plastic wijzen uit dat er geen toename van dat zwevende kluster plasticafval in de Oceaan te meten is. Dat is opmerkelijk. In die twintig jaar is er een vervijfvoudiging van het plastic berekend. Dus waar blijft die vijfvoudige soep? Wetenschappers breken hun hoofd over de cijfers.
Nu maar hopen dat wij er als consumenten kennis hebben van de gevolgen en ons plastic afval allereerst in het recyclesysteem onderbrengen. Jaren geleden bezocht ik het Franse eiland Ile de Molène. Dat ligt op het uiterst westerlijke puntje van Bretagne. Als je het continent verlaat is daar opeens een uur tijdverschil. Ile de Molène ligt zóver van Londen af, zóver van Parijs, dat het leven daar een uur er bij telt. De zon gaat er een uur later onder. Op het strandje waar de reddingsbrigade een helling naar de zee heeft aangelegd, stortte een kerel zomaar een zak afval de zee in. Ik was verbaasd. Hoe kan iemand in zo’n natuurpark, zo wonderschoon is het daar echt, zijn pleuriszooi in zee dumpen? Dat is te vergelijken met het fenomeen in je eigen portiek pissen.
Nu de zeilers in Holland. Die weten er ook wat van. Die zien ook heel wat voorbij drijven. De scherpslijpers zeggen: een vuilniszak aan je kiel is een straffe Gods! Zo zie je maar. De milieufanaten overdrijven met het nietje uit het theezakje te halen en dat als gescheiden afval in de container te doen. Maar hier voor de Mellowzeiler: zodra je ziet dat er plastic in het milieu gedumpt wordt, dan denk je aan de toekomst. Dat idee over vervuiling komt in deze tijd met gegronde redenen dichterbij als je leest over de Tjernobylramp die weer in de lucht komt als er hardnekkige veenbranden in Rusland doorgloeien. Of niet te vergeten de BP-ramp in de Golf van Mexico. Dat idee over de toekomst mag weleens gezegd worden bij alle Hiswa-Sail-commercie. De tijd om het milieu te sparen is aan ons.
John Wilson
Meer John Wilson lezen? Klik hier hier voor een compleet overzicht.