Geef mij twee Solo’s die gelijktijdig over de finishlijn komen. Da’s een klein wonder, een dubbele geboorte aan de finishlijn. Kan dat? Alles is mogelijk, dus het kan. Het is als een geluksmoment door het toeval gevormd. Of zijn de twee boten afgestemd op elkaar en wachten, verlangen, of trekken elkaar terug naar dat gezamenlijke ogenblik op de finishlijn?
Er zijn dikwijls momenten in het leven die synchroon voltrekken. Zelfs de dood van een dierbare wordt voorvoeld en ervaren, zegt men. Als de zwanenzang. Maar het fnuikende van die bewering is dat dit altijd achteraf bevestigd wordt, waar eerst de veronderstelling voortleefde. Dat heet in de wetenschap: “Self fullfilling prophecyâ€. Je vult de waarheid in met de werkelijkheid die men wil geloven. Daar komt heel wat levenskennis bij kijken om dit als onzin af te zweren. Of je blijft als een gelovige dicipel het eigen gelijk in kleuren. Bokkige gelijkhebbers. Die hardnekkige gelovers van het eigen gelijk heb je overal. Twee zijdes van het gelijk heb je bij bosjes. Niet voor niets is er rechtspraak om te bemiddelen tussen twee opvattingen van het gelijk. Die van de wet en de overtreder. Waar ligt de grens? Die wordt met de dag verlegd. Bij de Hells Angels en bij Van der Sloot, ja die. En als je kinderen in de pubertijd hebt, dan weet je helemaal wat dat volhardende eigen geloof betekenen kan. Dat gediscussiëer zie ik liever dan dat loopgravengedoe. Ik hou enorm van de cynische blik, een beetje uit het niet-geloven moet ik zeggen. Geboren uit de behoefte om afstand te nemen van het overdrijven; het zich zelf uitgeroepen gelijk: daar neemt men eerst afstand van.
Zeilers met een protest aan de broek in een wedstrijd, staan eveneens voor dit probleem. ‘Ik heb zovéél gelijk dat het toch niet waar is dat het anders uitgelegd kan worden!’ Is dat koppigheid of overdrijving? Men heeft zich eventjes boven de werkelijkheid als enige waarheid uitgeroepen. Daar staan goden en half-goden verbaasd bij te kijken. Dat wij als mensen ons daarmee feliciteren: met dat vierkante ‘eigen’ gelijk, tsja! Die volksstammen die dat geloven; die aantallen monden kan men niet vullen.
Er is iets moois aan dat tweeling-finishmoment. Iets poëtisch. Rij je in de auto langs een voetbalveld en je ziet een voetballer een bal in de lucht omhoog schieten. Dan is er even het absolute niets. De luchtledige situatie. Je weet dat dat ronde ding naar beneden gaat vallen. Maar wanneer? Dat is zo’n moment van schoonheid. Je weet dat het gaat gebeuren, maar alles duurt nog even. Wacht op jouw oordeel, jouw verwachting. En daar gebeurt het. De bal hangt stil in de lucht. Het zal de afdaling beginnen. De rationalst zegt: dÃt is het moment voor de volgende goal. Statistici zeggen dat de meeste goals in de laatste minuten van de wedstrijd vallen. Melancholische types zwijgen en wachten en kijken.
Daar op de finishlijn gaan twee Solo’s bijna hand in hand over de finishlijn. Uurtjes van zwoegen pakken samen in dat ene moment. Het startschip dobbert aan zijn anker. De boeien trekken aan hun lijnen en precies daar tussenin, gaan twee bootje, ideeën van Jac. Holt vijftig verder, zij schieten vooruit. De startlijn wacht op het gezworen duo. Zo gaan die dingen nu eenmaal. Als je daar op hoopt gebeurt het niet, maar als je de gezamenlijke finish ziet gebeuren weet je heel zeker: zeilen heeft een magie die het toeval bezweert,
of het tegendeel van al dat toeval triomfantelijk laat zien. Dat verhevigde moment kan je beter ervaren als je wedstrijd wilt varen. Dat is de voorwaarde van al dat moois op dat ene moment aan de finish. Wat is toeval.
J.W.